Onderweg krijg ik een eerste indruk van de miljoenenstad. De wegen zijn redelijk, het verkeer is chaotisch. Jeepneys, tricycles, auto’s en heel veel bussen strijden met luid getoeter om voorrang. De bebouwing is rommelig, grote gebouwen, braakliggende terreinen, armoedige hutjes en zwaar beveiligde villawijken wisselen elkaar af. In de huisjes met daken van roestig golfplaat zal de hitte enorm zijn.
Op de tweede etage is de officiële ontvangst. De kinderen zingen en swingen enthousiast een paar “worship songs”.
Ik kom terecht bij een groepje dat onder de titel “arts and crafts” aan ons gaat leren hoe de vlag van de Filipijnen eruitziet. Ze tekenen de vlag en beplakken hem daarna met snippertjes gekleurd papier.
Even later komt de moeder thuis van het flyeren. Ze gaat in de deuropening zitten en neemt haar jongste zoontje op schoot.
Via een trap klim ik op het dak. Hier woonde de vrouw eerst, maar haar woonruimte daar is afgebrand. Verkoolde resten zijn er nog de getuigen van. Hier is ze aan de dood ontsnapt. Ik kijk uit over de sloppenwijk en laat tot me doordringen wat ik zie.
... en toch
tegen de hemel
danst een vlieger
in de wind
er speelt een kind
Een jongen met mooie bruine ogen staart me aan over het wandje. Binnen is het donker en benauwd. (...) Buiten keft onophoudelijk een hond. Het zweet loopt in straaltjes van mijn rug, het is boven de 35 graden hierbinnen.
Vlak voor me staat een jong meisje met een baby op haar arm, die me met grote ogen aankijkt.
Naast mijn hoofd klinkt wat geritsel. Een kleurig kralen gordijntje schuift open en een vrouwenhoofd komt tevoorschijn. (...) Dan ziet ze haar kans schoon: “You marry me?” vraagt ze met een grijns. Nu wordt het me wel wat te heet onder de voeten. Gelukkig komen de anderen naar buiten en kan ik afscheid nemen, terwijl ik nog gauw een foto maak van mijn nieuwe vriendin.
Op de terugweg lopen we langs een tricycle met een paar jongens erop. Eén van hen roept: “Sir, sir, wait.” Ik stop. De jongen rent op me af en drukt een muntje in mijn hand. “Remembrance, remembrance, sir!”
Eén van hen vertelt over de ramp, veroorzaakt door de super tyfoon. “Er liggen hier nog honderden doden onder de modder”, zegt hij. Ik vind het een huiveringwekkend idee om over deze dodenakker te lopen.
Op de buitenmuur hangt een prijslijst. Je kunt door haar onder andere je haar laten knippen, je nagels laten bijwerken en ze kan kleren voor je maken. Ik herken dit “lijstje”als de vaardigheden die je in een Compassionproject kunt leren. Deze vrouw heeft het daar inderdaad geleerd, ze is een ex-sponsorkind. Nu kan ze zelf wat geld verdienen, mooi om dat zo te zien.
Ik zet mijn handtekening en Mieke tekent als getuige. En het is dit besluit dat mijn leven een andere richting zal gaan geven.
Terug in Nederland zag ik deze video van Brooke Fraser en het nummer sprak mijn hart aan.
"Now that I have seen, I am responsible... Faith without deeds is dead... I will tell the world what I have seen..." Nu 7 jaar later mag ik vertellen door middel van een boek!
Terug in Nederland besluiten mijn vrouw en ik om Moises in Peru te gaan sponsoren. In 2011 ontmoet ik hem.