Dat ik met de Muskathlon meedoe, komt door de ontmoeting met Jeanne, een vrouw die ik in 2014 op Haïti ontmoette. In een krantenartikel dat in het Eindhovens Dagblad heeft gestaan, vertel ik erover.
“U zegt ga
U wilt dat we gaan
Wat heeft de wereld aan uw zegen
Als wij ons niet bewegen”.
De dienst vindt plaats in de Redeemed Gospel Church. Voorganger van deze kerk is pastor Joel. Te midden van de armoede verspreidt zijn kerk licht in de donkere omgeving met gezang, woorden en daden.
Een ander lied brengt me terug naar de begrafenis van mijn jonge neef Rolf een paar weken geleden.
And through it all, through it all
My eyes are on You
And through it all, through it all
It is well
Achter mij hoor ik iemand vol overgave zingen. Ik draai me om en zie een jonge vrouw. Ze heeft een lange gele jurk aan.
Natuurlijk wordt er een foto gemaakt van het moment waarop Rexus tussen mij en Pastor Joel op een bankje zit. Het lijkt alsof ik droom, maar het is echt!
Op de modderige weg stroomt het water door ingesleten geultjes snel naar beneden. Kuilen, plassen en viezigheid probeer ik te ontwijken.
Een katje scharrelt rond in de kamer. Rexus en zijn vader zitten naast elkaar op de rand van het onderste bed.
Samen bladeren Evans en ik door zijn map. Ik zie zijn schoolrapporten, de uitslag van medische controles, een formulier waarmee de ouders zich formeel verbinden aan het project.
Na wat gedoe met kabels, een mengpaneel en een krakende luidspreker, neemt hij een microfoon en begint te zingen. Een privéconcert voor mij alleen.
Dinsdag. Het busje, waarin we op weg zijn naar sponsorkind Samuel, glijdt van de weg af en loopt vast in de modder.
In de regen bewegen ze ritmisch op en neer en maken van die typische Afrikaanse geluiden.
We ontmoeten daarom Samuel en zijn ouders op het project.
Het is een groot feest met toespraken, muziek en dans.
Samuel en ik planten een boom, die mijn naam krijgt.
Het is een prachtig gezicht: ruim 600 kinderen in rode Musketiershirts.
Het is een guitig kereltje en wel in voor een grapje.
Even later spreekt een man me aan. Het is de directeur van het project van Samuel.
Een man die al een tijdje achter me staat, komt naast me zitten en knoopt een gesprek aan.
“Er zijn wel stroomkabels in de buurt, maar ik heb geen geld om voor de aansluiting en stroom te betalen”, zegt ze, terwijl ze me met een glimlach aankijkt.
Een dag relaxen op het prachtige resort waar we verblijven.
Mensen uit allerlei verschillende landen met hetzelfde doel: opkomen voor kinderen in armoede.
De Keniaan is ons tot grote steun onderweg. Hij reikt ons graag de helpende hand om lastige stukken op het parcours, zoals het oversteken van beekjes, veilig te volbrengen.
Eindeloos ver kan ik kijken.
“Jambo!” is het woord dat ik onderweg het meeste hoor en gebruik.
Eén voor één bid ik voor ze tijdens het wandelen onder een open hemel.
Ik wandel door een gehucht, met aan elke kant van de weg een paar huizen. Uit een luidspreker klinkt een gospel over de stoffige straat: “Bless the Lord o my soul….”
Ik hoor gejuich en geklap. Het moet wel voor mij zijn, want ik ben de enige die naar de finish loopt.
Voor mijn ogen dansen de vrouwen, mannen en kinderen van Afrika. Onophoudelijk. Vol energie.
Als ik haar vraag hoe ze heet, zegt ze: “Merci”. “Ah, asante!”, zeg ik. Het brengt een glimlach op haar gezicht.
Het duurt niet lang of we “spotten” de eerste beesten.
Als gevolg van de regen zijn er diepe plassen ontstaan waar we doorheen moeten rijden.
Het lijkt een totaal ander kind dan vorige week zondag.
Kieskeurig legt hij wat rauwe groente aan de kant, “I like this only cooked...”
“This is not real, it’s was in my imagination”, is de uitleg die ik krijg bij de tekening van een futuristische auto met vleugels.
De kerels blijven in het ondiepe deel van het zwembad rondspartelen en met een bal spelen.
Veel te snel is het tijd om afscheid te nemen...